zondag 28 april 2013

Moderne zeemansvrouw

Aan mijn heer Hermaanes Kikkert,
stuurman op het schip de Ganges,
met een klijn potje met conserf

Waarde lief,

Ik stuuer uw e(dele) een klijn pottije met conserf. Ik konde niet meer kreijge. Soude anders het graag willen geven. Ik heb het van Piet uijt de Swaan, maar sij is niet soet mijn lief. Gij moetter dan maar wat suijker in dooen, zoo als uw mijn lief belieft. Ik denk dat je mijn lief wel suijker kent kreijgen, anders zal ik het uw mijn lief wel stuuren, mijn lieve hart.
 

Ik stel mijn hart nu gerust, wilt het uwe ook gerust stellen, want wij weeten dat wij niet bij malkaar op de stooel kan blijven sitten. Ik heb een slep. Ons Corneles het bij mijn slaapen. Maar ik hoop dat gij eens op komt (en) dat wij dan nog eens lekker slaapen sellen, lieve slep. Weij wouden allegaar graag dat gij noeg eens opkwam en anders kom ik nog eens bij uw lieef en dat wij dan wat gerust van malkar sullen gaan. Dat sijt je moeder ook, want wij zijn nog jong lieve schat, wees nu tog gerust wij hebben malkar tog lief en wij moeten maar geduldig wesen.
De groetenis van allegaar en van mij uw lieve vrouw Age Luijsen. Sul je dan nu gerust zijn lieve hartje. Jij moet maar eens op drinken, hoor lief.

Een van de brieven van de Texelse Aagje Luijtsen aan haar man Harmanus Kikkert in dienst van de VOC, najaar 1776.


Dag lieve Aagje,

Hoewel er zo'n 250 jaren tussen ons in zit, moet ik zeggen dat ik wel enige verwantschap met je voel. Al zit jouw man op zee en de mijne is 'gewoon' zo'n 4679 km weg. Beide zijn we sterke vrouwen die het huishouden runnen, die alle feestdagen, voor- en tegenslagen in het leven alleen opvangen. Dat is niet alles, de zorgen en soms zelfs angst wanneer je te lang niets van elkaar hoort, het verdriet wanneer je bij elkaar wilt zijn maar niet weet wanneer dat zal gebeuren.

... wees nu tog gerust wij hebben malkar tog lief en wij moeten maar geduldig wesen. 

Kortom: Niets nieuws onder de zon. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten