zondag 28 mei 2017

Honger is een sieraad op het spirituele pad_ Rumi


Dat klinkt heel mooi. Ik weet niet zeker of het echt een quote van Rumi is, want er worden hem een hoop uitspraken toegedicht, vaak zonder bewijs. Deze quote stond op de Happinez-kalender. Is dat bewijs genoeg?
Honger een sieraad? Je zult maar echt honger hebben. Niet zelf-gekozen honger.
 De quote hierboven werd geplaatst op de eerste dag van Ramadan.
Tijdens Ramadan is het een zelf verkozen honger en dat is heel iets anders. Dan heb je het over onthouding.

Mijn lichaam reageert, mijn maag geeft een vaag knijpend gevoel. Het is 30 graden, normaal zou ik me sufgedronken hebben, nu niet. Nu heb ik me suf niet-gedronken. Tegen het begin van de avond breekt hoofdpijn door: Ontgifting? Een roep om suiker?
Vanochtend ook een zeurderige hoofdpijn maar weet niet waarom. Alles doe ik een tandje langzamer, ik plan geen overbodige activiteiten in de komende weken.
Deze maand hou ik me aan het (minimaal) vijf keer bidden per dag ( en nacht). Ik ben een bekeerling en zoek mijn weg tussen cultuur/ religie/ religie/ cultuur. Een klein voorbeeld: Ik heb niet van kinds af aan geleerd om me tijdens het bidden vanuit knielende houding met mijn tenen omhoog te drukken, en dus voel ik me opgelaten wanneer we samen bidden. Wat een gestuntel. Wat past bij mij?
In deze mooie maand, daal ik neer in mijzelf, meer dan anders.
Het accent ligt op bezinning, verbinding, vergeving, heling.

Ondertussen gaat het gewone leven door.
Of ik wil helpen verven in zijn nieuwe huis? Ik schrik, het is de eerste dag van Ramadan, altijd een overgangsfase. De zoon helpen gaat natuurlijk voor.
Eenzaamheid van de bekeerling; Ik word niet herkend door traditionele Moslims en mis daardoor het verbroederende/ verzusterende  wij-gevoel tijdens deze dagen. Ik voel me buitengesloten.
Mijn eigen cultuurgenoten hebben geen idee dat ik vast en vinden het maar vreemd wanneer ze het wel weten. Er wordt me om uitleg gevraagd door welwillenden, maar ik kan het niet uitleggen. Ik ben zelf nog aan het zoeken.
Vorm en inhoud...
Dilemma: Is dit wat religie doet? Het buitensluiten van anderen? Of neem ik alles te serieus? Ik ken Moslims die schrikken als ze horen dat ik geen alcohol drink, en dat ik vast. Beschaamd kijken ze me aan. Misschien moet ik eigenlijk ook? Vaak zijn dit eerste, tweede of derde generatie migranten. Op zoek naar het laveren tussen religie en cultuur. Niemand moet, volgens mij. Iedereen heeft een keuze.

Vorm en inhoud.
Ik heb geen twijfels over de inhoud, dat is precies waarom Ramadan voor mij een mooie maand is. Ik zoek de verbinding. De verbinding  met het grotere geheel, de verbinding die LIEFDE heet en Licht brengt.
Ik worstel met de vorm. De regels. De oordelen over elkaar, de voor- en na- oordelen die nergens op slaan, of soms toch wel, een beetje?

donderdag 25 mei 2017

Over zoeken en vinden in Sloterdijk

De routebeschrijving lijk me helemaal duidelijk, totdat ik daar ben: Verlaat het station in Noorderlijke richting...
Hoe weet ik nou zo gauw wat de Noorderlijke richting is? Ik loop, ik kijk, ik zoek, ik bedenk, ik loop terug. Buiten vraag ik aan een jonge vrouw of zij misschien weet wat Noord is. Zeer behulpzaam pakt ze haar mobiel erbij en ze wijst me de richting waar ik net vandaan kom. Okee, dank je, en ik loop terug.
Niet veel later, ik voel me heel klein tussen al die hele grote en hoge gebouwen, loopt geen mens op straat, totdat opeens een andere vrouw mij ziet zoeken. Ze lacht naar me: 'Kunt u het vinden?' Ik lach terug en open mijn handen in een gebaar van overgave. Opnieuw wordt een mobiel geraadpleegd. 'Naritaweg? Ik kwam er vroeger vaak, daar zat een klant van mij.'
Ze laat me de juiste route zien; terug!!! Over het spoor heen en dan links, rechts, links, rechts etc.
Ik onthou alleen 'over het spoor' en ga terug. Er volgt een keuzemoment: Zal ik onderlangs, bovenlangs, kan ik dwars door steken? Ik bereik tenslotte de andere kant (opnieuw).
En jawel, eenmaal aan de overkant weer verwarring. De naam op mijn spiekbriefje heb ik gevonden, maar de volgende straatnaam niet. Weer een jonge vrouw aangesproken, weer mobieltje erbij. Ze komt er niet helemaal uit en stelt voor dat we samen naar een schoonmaker iets verderop lopen. Deze meneer weet het zeker... Hij wijst naar een hoog gebouw achter me en zegt: Dat is de Naritaweg.

Ik ben een beetje aangedaan door al die vriendelijkheid. Menselijke maat in een omgeving van vervreemding.
Oh meneer Wilders, had je me nou gezien; al die mensen die jij het land uit droomt en die zo behulpzaam en vriendelijk zijn. Sukkel!

Ik vind de Naritaweg. Ik moet op nummer 215 zijn en tot mijn schrik staan daar nummers ergens in de 3000. Zo hee, dat wordt nog een heel eind lopen. Op mijn briefje staat: u vindt uw bestemming aan de rechterkant. Hmmm? Ik kijk voor de zekerheid toch ook aan de linkerkant en ook daar zie ik nummers rond de 3000 en nog wat.
De straat is leeg, op één auto na die op het punt staat weg te rijden. De bestuurder kijkt me aan, of ik het kan vinden? Nee joh. Ik leg uit. Hij lacht. Nee, die 3000 nummers zijn voor vrachtauto's. Hij zoekt mee. Aan de overkant vinden we andere huisnummers. Opgelucht steek ik over. De routebeschrijving van de NS was fout, het ligt aan mijn linkerkant. Ik ben in ieder geval meer in de richting dan ik dacht. De auto rijdt weg en even verderop draait de bestuurder (die waarschijnlijk wel zou mogen blijven van Wilders) zijn raampje open en wijst me dat hij het gezochte nummer ergens ziet. Te gek toch, al die vriendelijkheid op een doodgewone ochtend in een 'concrete jungle'.

Eenmaal op de plaats van bestemming is het nog een waanzinnige zoektocht bij werkplekken waar ze hun naaste buur niet kennen maar ik ben er gekomen. De rare gewoonte om overal veel te vroeg te komen kwam me hier goed van pas. Volgens het spiekbriefje was  het 5 minuten lopen, maar ik had zeker een half uur nodig. Eenmaal echt op de plaats van bestemming is er verbazing: 'Fijn dat je er bent, niemand kan het ooit vinden, daarom geef ik mijn telefoonnummer erbij.'

Ik heb een geweldige en onverwachte ontmoeting met een geestverwante en de beschikbare tijd van 20 minuten wordt ruim overschreden. Het is een feestje, we omhelzen elkaar bij het afscheid, jawel.
De weg terug is natuurlijk heel gemakkelijk. Ik twijfel nog even of ik een kopje koffie zal doen op een terras... maar ik zie daar een dode rat in de bosjes en besluit door te lopen. Het spiekbriefje heeft gelijk: Ik kan in 5 minuten op het station zijn.

Eenmaal terug op Sloterdijk word ik nog eens aangenaam verrast door de mooie Plint-gedichten die daar hangen. Ook nog poëzie in de 'concrete jungle'.
Het kan niet op.

Ik heb heel wat gezocht en nog meer gevonden deze ochtend in Sloterdijk.