Posts tonen met het label moeder. Alle posts tonen
Posts tonen met het label moeder. Alle posts tonen

woensdag 3 augustus 2016

Sprookje in de voortuin

Ik ben de hele ochtend boven aan het rommelen. Beetje opruimen, beetje dingen voorbereiden etc.
Ik kijk uit het raam, nonchalant en niet gericht. Ik kijk nog een keer en zie een soort sprookjesfiguur op straat, ze spreekt met een buurvrouw van een paar huizen verder. Ze ziet er mooi uit. Vuurrode kleding in alle tinten, diverse materialen en lagen. Een rode lange broek, een lange rok, een rood met goudgeborduurde sari, en volgens mij nog een roodgebreid vestje eroverheen. Om haar bruine hoofd met zwart haar heeft ze lange witte lappen gewikkeld.
Ik kijk nog een keer en vraag me af waar ze vandaan komt en hoe ze hier in de straat terecht komt.
Dan ga ik toch weer verder met rommelen.

Een klein uurtje later loop ik beneden de woonkamer in.
Hè, wat zie ik nou? Ik kijk nog eens. Volgens mij zit de sprookjesachtige figuur op het bankje in de voortuin.
Ik kijk door het raam maar zie niet zoveel omdat ik daar van dat plakplastic op heb geplakt waardoor je niet naar binnen zou kunnen kijken. In de praktijk kijk je echter lastiger naar buiten dan naar binnen.
Nieuwsgierig geworden loop ik naar de voordeur en doe hem open. We kijken elkaar tegelijk lachend en verbaasd aan. Ik zie een oudere dame die zo uit een andere wereld lijkt gekomen. Ze heeft grote tassen bij zich en zit op haar gemak een appeltje te schillen, met een schilmesje en boven een oude krant.

     'Wilt u misschien even binnen komen?'
     'Nee, nee, dat hoeft niet. Ik heb allemaal tassen bij me.'
     'Die tassen kunnen ook naar binnen hoor,' zeg ik tegen haar.
Na even aandringen komt ze naar binnen, ze is het met me eens dat het zo kan gaan regenen.
 Eenmaal binnen blijkt het de moeder van mijn buurvrouw te zijn. Terwijl ze dit zegt zie ik opeens de gelijkenis. Beiden zijn klein van stuk en vrij rond. Ze komt bij de buurvrouw logeren, maar de vraag is of de buurvrouw dit zelf ook weet. Even vraag ik me af of ik haar misschien niet binnen had moeten laten, want misschien zit de buurvrouw helemaal niet op de moeder te wachten...

     Uiteraard biedt ik wat te drinken en wat te eten aan. Een glas sap lust ze wel, en dan duikt ze in haar tassen en haalt daar hele voorraden zelfgemaakt eten uit. Ze gaat aan de eettafel zitten en begint daar lekker te eten. Ik krijg ook wat zelfgemaakte barra's met chutneysaus, hmmm.
Ze voelt zich steeds meer thuis, duikt de keuken in om haar handen te wassen. Na het eten begint ze honderduit te vertellen. Ze lijkt inderdaad op haar dochter, waar ik overigens niet heel veel contact mee heb.
     'Ik blijf tot maandag logeren.'
     'Misschien kon mijn dochter geen vrij krijgen van haar werk,'
zegt ze als verklaring voor de afwezigheid.
Ik vraag me opeens af wat ik eigenlijk aan het doen ben, zo maar een wildvreemde in huis halen, ik lijk wel gek. Aan de andere kant, je laat zo'n mensje toch niet in de regen buiten in je tuin zitten. Zeker nu ik weet dat het de moeder van mijn buuf is.
     Ik ben moe, had eigenlijk gehoopt even een dutje op de bank te kunnen doen na een hele week griep, en alle slapte vandien. Ze praat en praat en praat en praat, een beetje benauwd vraag ik me af of die dochter wel thuis komt die avond... na een paar uur stel ik voor dat ik even aanbel bij de buurvrouw, wie weet is ze intussen wel thuis gekomen en zoekt ze haar moeder ( die geen telefoonnummer weet van haar dochter). Zo gezegd zo gedaan. De verbaasde buurvrouw is inmiddels thuis en ik breng de moeder en al haar tassen toch enigzins opgelucht naar hiernaast.
De rust keer weer.


Maandagochtend schrik ik van de voorbel die luidruchtig gaat.
     'Dag buurvrouw, ik ga weer. Tot ziens,'
roept ze naar me en ik zie haar rode achterste nog net in het taxibusje verdwijnen en als ze eenmaal zit steekt haar hoofd amper boven het raam uit. Weer lachen we tegelijk en we zwaaien hartelijk naar elkaar.

Het lijkt net een sprookje... toch?




zondag 27 maart 2016

Rijkdom

          'Visite en vis blijven drie dagen fris.'
Dat is wat mijn moeder me vroeger vertelde.
Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat we ooit visite hadden die drie dagen bleef. Visite, dat was een uurtje 's avonds of een middag in het weekend, en dan voor het eten naar huis... Dan zorgde mijn moeder, en later ikzelf, dat er koffie en koekjes of koffie en cake in huis waren.
          Ik herinner me een keer dat er een vriendinnetje van me langs kwam vlak voordat we gingen eten, en mijn moeder vroeg haar om even op de bank te wachten tot we klaar waren met eten. Ik vond dat volgens mij ook normaal toen. Nu ik terugdenk vind ik het onvoorstelbaar, vooral omdat dit meisje uit Curacao kwam en het vreselijk raar moet hebben gevonden dat ze niets kreeg, dat wij verder aten zonder haar iets te geven. Het schaamrood staat nu op mijn wangen bij het idee.
          Mijn moeder deed niets raars, zo zijn we opgevoed en ik denk dat je het wel herkent en misschien nog wel doet... Het maakt je geen slecht mens, nee, het is gewoon hoe je opgroeit.

En nu:

Mijn lief vraagt of het goed is dat een jeugdvriend van hem langskomt. Even moet ik slikken; verlegenheid, ik ken hem niet niet. Klein huisje, weinig privacy. Natuurlijk zeg ik ja, want mijn huis is ook zijn huis tegenwoordig en natuurlijk zijn zijn vrienden welkom.
      'Hij heeft geboekt en blijft zes dagen.'
Ik moet nog een keer slikken, zes dagen...da's niet niks, zal ik maar zeggen, maar ik weet dat mijn man geen rare figuren in huis haalt.

Vandaag is het de vierde dag en ik geniet.
Als er één groot verschil is tussen visite vroeger thuis en visite uit Afrika, dan is het dat de voorbereiding niet gestressed is, want het gaat om het gezelschap zoals mijn liefste uitlegt. Natuurlijk maak je je huis een beetje schoon en je haalt wat eten in huis, maar het gaat om de verbindingen; de vriendschap, de familieband. Het gaat om het plezier elkaar weer te zien.
          Zo kan het gebeuren dat ik af en toe in de woonkamer zit met twee mannen die ieder in een voor mij onverstaanbare taal met het thuisland communiceren. Hard, want er moet een hele afstand overbrugd worden, haha. En lang, want zo direct als hier in Nederland gaan de gesprekken niet. Soms geven ze hun telefoon aan de ander want die moet natuurlijk ook even goededag zeggen aan de gesprekspartner(s). Ik zit en laat het over mij heen komen.
Er worden herinneringen opgehaald aan vroeger, aan vrienden, aan familie. De politiek wordt besproken, vrijer hier dan in het moederland waar je toch altijd op moet passen wat je zegt. Er wordt gesproken in Engels, Mandinka, Nederlands en een enkel zinnetje Duits/ Zwitsers.

Ik word verwend want mijn lief kookt vrijwel de hele tijd. We eten samen uit dezelfde schaal, mét lepels, dat dan weer wel, want we zijn nu in Europa.
We hebben heerlijke gesprekken, voor zover ik het kan verstaan, en aan het lachen te horen is de rest ook ontspannen en warm. De mannen leren elkaar hoe ze zich in Europa het best kunnen bewegen, want al is Europa voor velen het beloofde werelddeel, toch wordt er ook veel achtergelaten aan familie en cultuur. Onze gast heeft al ruim tien jaar in de Verenigde Staten gewoond voordat de liefde hem naar Europa voerde; een oude rot in het buiten 's lands grens wonen dus. Mijn man is ondanks eerdere Europa- ervaring nog een beginneling...zo ziet hij dat zelf natuurlijk niet.

Ik geniet van de nieuwe dingen die ik meemaak, stel je voor deze rustige koraspeler was ooit een bodyguard van de president... Dat was ooit ver van mijn bed en nu zo dichtbij. Langzaam hoor ik de mannen wakker worden, en ik ben dankbaar en blij voor wat ik van ze mee- krijg. Ik geniet volop en ik voel me een rijk mens.