In 1985 ging ik voor het eerst
naar Afrika en sindsdien heb ik heimwee gehouden. Was het zo ideaal en geweldig
daar? Nee, natuurlijk niet, maar ik was er thuis. Ik was er thuis zoals ik me
in Nederland nooit thuis heb gevoeld.
Het
duurde tot 2008 voordat ik weer terug was. Bijna twintig jaar had ik heimwee
gehad, en trouwens ook nog twee kinderen opgevoed in de tussentijd. “Tussentijd’,
hm, dat is toch een opmerkelijke uitdrukking.
Weer voelde het als thuiskomen.
In mijn euforiestemming besloot ik een huisje bij kennissen op de compound te
bouwen. Het huisje is prachtig en enige tijd noemden we het ons kleine
paradijs.
‘We’,
ja, want inmiddels was ik er de liefde van mijn leven tegengekomen. Zo zeker
van elkaar en onze liefde dat we in 2011 in het huwelijk traden, er van
uitgaande dat we ons leven samen zouden kunnen leven.
Helaas,
nu in 2013 weten we minder dan ooit hoe we dat zouden kunnen realiseren. We
willen samen in Afrika leven. We hebben een huisje en we hebben een stukje grond,
helaas staat het huisje niet op het eigen stukje grond, zodoende hebben we geen
eigen plekje in Afrika waar we samen kunnen zijn, en waar we aan een eigen
leven kunnen beginnen.
Hier begint -of eindigt- de
droom.
De zon schijnt en het is nog een
beetje koel in de vroege ochtend, wanneer ik de tuin in loop om de nieuwe dag
te begroeten. De stralen van de zon geven het mooiste licht dat ik me kan
wensen. Ik loop naar de buitenkeuken en zet water op het vuur om een kopje
koffie te maken. Een bezoeker uit Nederland bracht ons een doosje Nescafé waar
we tot de max van genieten. Normaal gesproken maken we een potje thee,
natuurlijke thee uit de omgeving. Dat is ook lekker en zeker zo gezond.
Mijn
man moet zich, zoals vaker, haasten om naar het werk te gaan, daarom doe ik
snelsnel een stuk brood in papier dat hij mee kan nemen voor onderweg.
Ik sluit het ijzeren hek achter
hem en terwijl ik de heldere lucht insnuif draai ik me om.
Het zand waait door alle kieren
het huis in dus het is een dagelijks terugkerend ritueel om de vloeren stofvrij
te maken. In tegenstelling tot mijn huis in Nederland is dit huis vrij leeg,
bijna geen friemeldefrutsels in de kamers, gewoon omdat het anders veel te
stoffig wordt. Het geeft me rust, zo’n leeg huis.
Vandaag
is mijn vaste schrijfdag, en net als in Nederland ga ik één vaste dag buiten de
deur schrijven. Soms ga ik in een internetcafé in de stad zitten, maar vandaag
ga ik naar mijn vaste plekje op het strand.
Nadat
ik mijn schrijfspullen en wat brood en water bij elkaar heb gepakt, loop ik onze
compound af en sluit het hek met het hangslotje aan de buitenkant. Na ongeveer
een kwartier lopen door het losse zand kom ik aan bij de grote weg naar zee. Ik
wacht in de heter wordende zon op een taxi die om de zoveel tijd langskomt. Ik
heb geluk en hoef niet lang te wachten. Ik neem achterin plaats en zak met mijn
achterste door de vering. Ach, als dat het enige is. Het duurt niet lang voor
we de weg naar het strand indraaien, ik ben op mijn bestemming. Hier staat een
strandtentje waar ze me inmiddels kennen en waar ik rustig aan een tafeltje kan
zitten. Het tafeltje staat onder een bladerdak en dus zit ik hier uit de zon en
met een beetje wind, en niet te vergeten met uitzicht op zee.
Niet gek toch!
Dat is zo’n beetje mijn droom.
Met familie en vrienden om ons heen, en de mogelijkheid om een paar maanden per
jaar in Nederland te zijn, ik ben uiteindelijk ook een moederkloek die haar
nageslacht wil zien en voelen op zijn tijd.
Ik hou van een eenvoudig leven.
Eenvoudig in de zin van, niet te veel spullen om me heen, net dat wat ik nodig
heb. Een huisje van natuurlijke materialen voor zover mogelijk en reëel, en in
een natuurlijke omgeving. Een tuin die deels wild is en deels verbouw ik
groente en kruiden, misschien een fruitboom erbij. Ik vind het heerlijk om buiten
te leven. Het is fijn als er wat mensen en kleine winkeltjes in de buurt zijn,
maar ik ben ook graag op mezelf om te tekenen en te schrijven, onderwijl de
heldere lucht opsnuivend.
De lange moeizame weg.
Het is bijna acht maanden geleden
dat mijn lief en ik voor het laatst samen waren, en we hebben nog twee maanden
te gaan. We hebben contact per email, gelukkig is mijn lief een schrijver en ik
ook.
We
hebben elkaar te lang niet gezien en maken het elkaar moeilijk per mail,
misverstanden, irritaties. Ik zit hier en hij daar en ik kan hem niet troosten
nu hij zijn studie moest opbreken omdat er geen geld meer is. Ik hoor over
politieke onrust en vraag me af of dat een land is waar ik heen moet willen. De
eerste levensbehoeften zijn fors omhoog daar en mijn hart huilt om de mensen
die de basisdingen niet meer kunnen aanschaffen: rijst, olie.
Mijn
toch al bescheiden inkomen gaat achteruit en de rekeningen worden fors hoger.
Tot overmaat van ramp moet ik heel veel terugbetalen aan de belasting.
Misverstand. Stom. Ach, het is maar geld… Het doet pijn omdat het mijn lief en
mij nog langer uit elkaar houdt. Ik heb niet veel nodig maar soms zou ik ook
een keertje overdadig willen kunnen doen in een overdadige wereld. Ik mis mijn
lief.
Mijn lief en ik, we moeten los van elkaar het leven leiden dat ons hopelijk eens blijvend bij elkaar zal brengen. Soms is de rek er even uit en vraag ik me af waar ik mee bezig ben. Hou ik mezelf voor de gek, wanneer geef je een droom op?
Mijn lief en ik, we moeten los van elkaar het leven leiden dat ons hopelijk eens blijvend bij elkaar zal brengen. Soms is de rek er even uit en vraag ik me af waar ik mee bezig ben. Hou ik mezelf voor de gek, wanneer geef je een droom op?
Hieronder een tekening uit 2007
met als tekst:
‘Mama (Afrika), mag ik terug naar
huis?’
En daarom kan ik mijn droom niet
opgeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten