dinsdag 8 april 2014

Reisimpressie 1

Batikfabriekje

We lopen door de straten van de droge stoffige stad en de zon schijnt fel op mijn hoofd. Te fel, ik wil even de schaduw in. Mijn lief zegt geïrriteerd:
            ‘Daar moet je maar gauw aan wennen.’
Ik voel me verongelijkt, ik kom net uit min vijftien graden en loop nu in plus vijfendertig graden. Die overgang is niet gezond, toch, maar hij heeft wel een beetje gelijk, want ik hou van dit land en hoop er ooit te kunnen wonen.

We komen aan bij de poort van het oudste batik bedrijf van het land. Op de binnenplaats is het een mozaïek van kleuren. Waar je maar kijkt zie je lappen stof, van ongeverfd tot net geverfd, en van losse lappen tot kant en klare kleding.
            Ik ga zitten op een bankje onder een grote boom. Een stille zachte wind waait langs mijn gezicht en ik geniet van de rust die hier heerst, ondanks de veelheid aan kleuren.

Nadat ik even heb rondgelopen, valt mijn oog op een oude vrouw die onder een andere boom op een matje zit. Haar benen zijn gestrekt en de rug is recht. Ik ga op een boomstronk bij haar zitten. Terwijl ze zachtjes in zichzelf praat, draait ze schuin haar hoofd naar mij, en ze vertelt me hele verhalen in een taal die ik niet versta. Ik glimlach naar haar en leg haar uit, in een voor haar onbegrijpelijke taal, dat ik haar niet versta. Dat maakt haar niets uit. Ons gesprek zet zich nog even voort en terwijl ze me wazig aankijkt, zie ik aan haar ogen dat ze verdwenen is naar een plaats ver weg. Ze is weer onbereikbaar.

Wanneer ik later de werkplaats verlaat, kijk ik om. Ik denk aan mijn moeder thuis die misschien uit haar vertrouwde omgeving weg moet naar een tehuis. Het beeld van deze oude vrouw ontroert me. Ik weet het zeker, wanneer ik oud en de weg kwijt ben wil ik op een matje onder een grote boom, onder de Afrikaanse zon, mijn laatste dagen voorbij laten gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten