Het
schilderen heb ik al een tijdje achter me gelaten. De belangrijkste reden hiervoor
is dat mijn huisje te vol raakt met al die doeken. Slechte reden, maar toch.
Het kriebelt al een tijdje.
Dat gevoel van ‘het zit erin en moet eruit’, een gevoel dat me af en toe
belaagt en voordat ik me herinner wat die onrust betekent ben ik meestal een
paar dagen, soms zelfs weken verder. Maar ik schilder niet meer. En nu?
Gelukkig bedenk ik tijdens de
ergste kriebel sinds lang, dat ik nog schone lege vellen papier in een verweg-
map heb, en ook herinner ik me dat ik nog van die fijne gekleurde contékrijtjes
heb. Het is even zoeken maar dan kan ik los.
Zoals meestal heb ik geen idee wat ik zal tekenen, en ik
kies instinctief een paar zachte kleuren uit. Deze voorkeurkrijtjes heb ik in
de linkerhand en mijn rechterhand laat ik zachtjes over het papier gaan. Als in
een trance ga ik door. Ik begin met oranje, zachte lijnen over het lekkere nog
steeds vertrouwd zijnde papier. Het gevoel van de aanraking van krijtjes en
papier roept een oergevoel op. Oranje,
daarna een beetje roze. Zacht, hard, zachte vlekken, harde lijnen die accenten
zetten. Ik vergeet alles om me heen. Eerst teken ik alleen, maar dan gaat de
schilder in mij de vlakken vullen.
Ik ben klaar. De tekening ligt
op een harde plank voor me op de bank en ik zit zelf in een soort
kleermakerszit. Ik buig naar voren om het gruis van de conté weg te blazen.
Okee, ik stofzuig zo wel even. Ik wil de tekening even van een afstand bekijken
en dus ren ik naar boven waar ik me een doosje met spelden herinner. Terug
beneden zoek ik naar een oude bus met haarlak om het krijt te fixeren. Het
stinkt en is ongezond, maar het moet even. Psssjt, pssjt, ook dat is een oud
vertrouwd ritueel. Lekker.
Voorzichtig pak ik de toch nog
afgevende tekening vast en met spelden steek ik hem in het behang naast de teevee in mijn
woonkamer, zo heb ik vanaf de bank goed zicht op de tekening.
Nadat ik een kop koffie heb gemaakt nestel ik me tevreden
in de bank, en kijk, en kijk, en kijk. Ik ben verbaasd en stil. Jaren
heb ik niet getekend, okee, wel Humbles*, maar dat is in een andere stijl, en
nu zie ik een tekening die precies lijkt op hoe ik als jong meisje al tekende.
Krabbels in schriften en agenda's, alles stond vol. De tekening lijkt er op
maar is volwassener. De ontwikkeling gaat kennelijk door ook al teken je een
tijd niet.
Meer verbaasd ben ik over de tekening zelf, de
voorstelling.
Het jonge meisje met de mijmerende blik ben ik. Nog
steeds. Het verlangen naar Afrika is overduidelijk aanwezig. Toen al, en nog
steeds. De Afrikaanse huisjes en de kleuren. Rechts onder zie ik mezelf terug,
jaren later. Dat ben ik ook, nu, op deze leeftijd, maar het meisje is er ook
nog steeds, diep van binnen.
Ondanks alles is dit het beste teken dat ik op mijn eigen
weg zit. Een pad dat ik niet kan tegenhouden of ontkennen. Hoe moeilijk de weg
ook is, of misschien alleen maar lijkt. Ik moet niet opgeven. Afrika zit in
mijn hart, in mijn bloed.
Kennelijk
moest ik deze tekening maken om me dat te realiseren. ‘Het zit er in en moet er
uit.’ Wanneer mijn gedachten me in de weg zitten grijp ik naar de mij meest
vertrouwde manier om naar binnen te reizen en te ontdekken wat ik eigenlijk wel
weet. En dus hou ik nog even vol, en ga door op de mij soms
zwaar vallende weg van wachten en frustraties. Afrika en ik zijn één, ooit
zullen we fysiek samen vallen en kan ik terug naar huis, naar mijn mama Afrika.
* Humble
Geen opmerkingen:
Een reactie posten