Ik ben zwaar onder de indruk. Deze man belichaamt alles waar ik met Meneer Humble voor sta.
Allah Akbar, God is groot/ de Liefde is groot.
Onderstaande tekst is een integrale copie van een tekst die ik van het internet heb gehaald.
Jihad van de liefde
We krijgen veel vragen waar de integrale tekst van
Mohamed El Bachiri te lezen is. We publiceren hem graag in (het Frans en) een
vertaling die de collega’s van De Standaard eerder publiceerden.
Ik ben Mohamed El Bachiri, Marokkaanse Belg, moslim en
Molenbekenaar. Door mijn naam, mijn godsdienst en de trieste reputatie van mijn
gemeente, beschouwt een deel van de bevolking en van de wereld mij als een
potentiële terrorist. En dat doet me veel pijn.
Ik ben ook de man van Loubna Lafquiri, mijn grote
liefde, mijn vriendin, de moeder van mijn kinderen, die op 22 maart 2016 bij de
aanslagen in Brussel om het leven is gekomen. Loubna was een vrouw met een
ongeëvenaarde schoonheid en een eindeloze goedheid. Haar blik, haar glimlach,
haar aanwezigheid gaven mij het gevoel dat ik de knapste, de rijkste, de
gelukkigste van alle mannen was. Vandaag is mijn verdriet onmetelijk en blijf
ik alleen overeind dankzij en door de liefde. De liefde voor mijn vrouw, mijn
kinderen, het leven en de mensheid.
Die liefde
heeft mij aangespoord om op een avond in een kerk in Molenbeek, waar
christenen, moslims en anderen in een geest van broederlijkheid een maaltijd
hadden gedeeld, op te roepen tot de jihad. Jawel, ik heb de jongeren opgeroepen
tot de jihad. Maar niet om het even welke jihad. Dit is de jihad zonder haat,
die last die het hart verzwaart. Het is de echtste, de edelste, de mooiste
strijd voor een moslim die zich tegen de terreur verzet. Het is de jihad die
mij aanspoort om naar de ander toe te gaan, de broeder die van mij verschilt,
om hem toe te lachen, hem te begrijpen en empathie te tonen. Het is de jihad
van de liefde, die de omhelzing zoekt om de vlammen van de wrok te doven en die
zijn waarheid niet oplegt, want zoals de Koran zegt: la ikraha fi dine, ‘er is
geen dwang in het geloof’.
Deze jihad, mijn jihad, schreeuwt zijn liefde uit voor
het Westen, dat deel van de wereld waar ik ben geboren en dat mij zoveel heeft
geschonken. Ik, kind van het universum, broeder in menselijkheid. De jihad van
de liefde moet het antwoord zijn op de mensen die ons willen verdelen en die
geweld en terrorisme propageren – alsof het gejammer van de overwonnenen op een
slagveld een symfonie zou zijn tot glorie van een triomfantelijke God.
Vervloekt zij de oorlog, vervloekt het terrorisme.
Ik ga terug naar de essentie, de liefde die het
uitgangspunt zou moeten zijn van alle ideeën, alle godsdiensten, alle mensen.
Ze zou een universele kracht moeten zijn, de basis van elke communicatie tussen
mensen. In die door de liefde gestuurde relatie beweert niemand de waarheid in
pacht te hebben en wil niemand ze opleggen. We zijn allemaal op zoek naar de
waarheid, dat is een eigenschap van het ‘redelijke dier’ dat wij zijn. Die
zoektocht is ons persoonlijke pad naar wat de Grieken ataraxis noemden, de
volstrekte gemoedsrust.
Ik heb de
islam als pad gekozen, maar het is een pad dat ik volg omdat ik op de
eerste plaats een mens ben. Daaruit volgt logisch dat mijn menselijkheid
voorrang heeft op mijn geloof. Mijn menselijkheid, met alle humanistische
waarden die eruit voortvloeien: de heiligheid van het leven, de vrije wil, de
broederlijke verhouding met alle anderen. Een humanistische moslim zijn, dat
betekent de diversiteit aanvaarden, ervan genieten en ze als een voorrecht
beschouwen. Het is ook het vermogen om bepaalde teksten van de Koran in hun
context te plaatsen, vooral de oorlogsverzen, door ze als historische verhalen
uit de zevende eeuw te zien die nooit een voorwendsel mogen zijn om te schaden
of te doden.
Een humanistische moslim zijn , dat betekent belangstelling
hebben voor onze gemeenschappelijke geschiedenis, die van de mensheid en van
alle mensen die de wereld beter hebben gemaakt, in het oude Griekenland,
Mesopotamië, Rome, China, het oosten en het westen. Het betekent dat je de
hemel even vergeet en naar je naasten kijkt, dat je glimlacht en begrijpt. En
zelfs als mijn naaste de tegenpool is van mijn ideeën, van mijn geloof, heeft
hij nog altijd een stukje waarheid. Zoals Heraclitus zei: er is een waarheid in
een zaak en in haar tegendeel. Ik ben zelf tegenstrijdigheid, verdeeld tussen
rede en mysticisme, geloof en scepticisme. Maar
altijd en tot de laatste ademtocht bezield door liefde.
In deze moeilijke en onzekere tijden roep ik op tot
dialoog en delen. Laten we naar de goedheid van de mens kijken in plaats van
naar de waanzin en de haat. Want die goedheid is de echte bron van inspiratie
en van hoop voor onze kinderen, die deze wereld van ons zullen erven. Ik wil
ook het belang van de cultuur benadrukken, want zij leidt naar openheid.
Wanneer ik aan Averroes denk, de islamitische filosoof
die met zijn vele commentaren en vertalingen van Griekse teksten het
leeuwendeel van het Aristoteliaanse denken naar het Westen heeft gebracht – en
die door Rafaël werd vereeuwigd in een fresco in het Vaticaan – voel ik een
diepe emotie en weet ik dat wij moslims aan de grootheid van het Westen konden
en kunnen bijdragen. En dat er geen ‘botsing van beschavingen’ is maar wel een
prachtige ontmoeting.
Ik wil besluiten met een tekst die ik ‘Allahoe akbar’
heb genoemd en die ik na het verlies van mijn vrouw heb geschreven. Het is mijn
antwoord op de mensen die mijn leven hebben verwoest.
·
‘Allahoe akbar’ een zacht gefluister uit het hart,
onhoorbaar maar veel echter dan de kreet van de terrorist.
·
‘Allahoe akbar’ voor de liefde voor mijn land, mijn
vlakke land, en voor het Marokkaanse koninkrijk.
·
‘Allahoe akbar’ voor de schoonheid, voor de kunst,
die emoties oproept die een hart van steen tot tranen zou bewegen.
·
‘Allahoe akbar’ voor de diversiteit van culturen,
van godsdiensten, van mensen met wie je praat, met wie je deelt en van wie je
uiteindelijk in een geest van broederlijkheid aanvaardt dat iedereen een eigen
waarheid heeft.
·
‘Allahoe akbar’ om het geweld af te wijzen en je in
te zetten voor de vrede en de vriendschap tussen de volkeren.
·
‘Allahoe akbar’ wanneer ik jou – jood, atheïst of
christen – glimlachend de hand reik.
·
‘Allahoe akbar’ voor wie begrijpt dat God liefde is
en dat alleen die universele kracht, de liefde voor de naaste, de mens kan
redden.
·
‘Allahoe akbar’ als zoete gedachte en gebed voor
jou, Loubna, mijn geliefde, en voor alle slachtoffers die eeuwig in ons hart en
onze herinnering blijven leven.
Vertaling: De Standaard, 10 december 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten